Kladschilders… als we vandaag dat woord gebruiken betekent het niets goeds. Maar dat was ooit anders. In de 17e eeuw was er wel degelijk een onderscheid tussen een kunstschilder en een kladschilder, maar het zei enkel iets over het soort werk dat ze afleverden. Kunstschilders werkten op doek of panelen. Wat ze schilderden kon uiteenlopen van een portret tot een stilleven of een landschap. Kladschilders daarentegen schilderden decoraties, op muren en plafonds, op houten lambriseringen en op rijtuigen en meubels. Of een schilder kunst- of kladschilder was hing natuurlijk af van voorkeur en aanleg, maar ook van de economie. In de 2e helft van de 17e eeuw kwamen er meer en meer kladschilders. Steeds meer rijke mensen wilden hun huis versierd hebben en daar was dus geld te verdienen. Het was pas in de 18e eeuw dat er met steeds meer minachting over kladschilders gesproken werd. Maar wie bijvoorbeeld ooit de kans krijgt om de tuinkamer van een pand in de Nieuwstraat in Leiden te bekijken, zal toch moeten toegeven de kladschilders wel degelijk wat konden…